Hoger onderwijs met tolk

W&G 02-2012

Hoger onderwijs met tolk, meer kans op een baan

Hoe ziet je toekomst er uit als je onderwijs volgt via een tolk gebarentaal?Ben je dan gelukkiger, doe je het beter op school, heb je meer kans op werk? In mijn MA (European Master in Sign Language Interpreting) scriptie heb ik geprobeerd deze en gerelateerde vragen te beantwoorden.

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt namelijk dat er factoren zijn de kwaliteit van leven, het levensgeluk, bepalen. Ik heb daarbij specifiek gekeken naar de factoren die de kwaliteit van leven bepalen van een dove persoon die middelbaar en hoger onderwijs volgt via een tolk gebarentaal. Naast literatuuronderzoek om deze factoren te vinden, heb ik een brainstormsessie gehouden met de Fodok en de SBNDJ.

Factoren bepalen het geluk
De factoren die de kwaliteit van leven bepalen van een doof persoon zijn in te delen in vijf domeinen: demografie, familie, onderwijsinstelling, tolk en werk (figuur 1). Die domeinen hebben invloed op elkaar. Het begint bij het eerste domein (demografie), dit heeft invloed op het domein familie en dat weer op de onderwijsinstelling en zo beïnvloedt de uitkomst van het ene domein het volgende.

In het eerste domein demografie zitten factoren zoals: heb je dove familieleden, draag je een CI, heb je broers en zussen en zijn die doof of horend, wanneer ben je doof geworden en hoeveel gehoorverlies heb je. Het tweede domein ‘familie’, blijkt een cruciaal domein te zijn. In dit domein zit hoe zeer de dove persoon zich geaccepteerd voelt door zijn familieleden, de ouderbetrokkenheid, de ondersteuning van de ouders, de communicatiemethodes van de familie met de dove persoon en of de familie de dove persoon aanmoedigt om prestaties te leveren. Dit tweede domein heeft direct invloed op het derde domein onderwijs. Als de ouders in het tweede domein het kind accepteren, betrokken zijn en deze aanmoedigen, dan is de betrokkenheid van school (het derde domein) ook vele malen groter. De onderwijsinstelling zal zich dan meer aanpassen aan de dove student of leerling en zal zich meer inspannen om de juiste diensten en communicatiemethoden te leveren. Ook het aantal dove of horende vrienden en het onderwijsniveau zijn van invloed. Indien de school betrokken is, dan zal deze zich ook inspannen om een goede samenwerking met de tolk (domein vier) te hebben en de communicatie en lesmethoden aan te passen.

Van grote invloed in domein vier is de kwaliteit van de tolk. Hoe groter de tolkervaring en hoe beter opgeleid de tolk is, hoe groter de kwaliteit van de tolkdiensten. Ook de voorbereiding door de tolk op de opdracht speelt hierbij een grote rol. Een andere factor in dit domein is het aantal verschillende tolken. Des te meer dezelfde tolken voor de dove persoon tolken, des te beter de dove persoon kan deelnemen aan het onderwijs. Ook de inzet van een tolk in de pauzes, klassenuitjes en andere sociale activiteiten vergroot de algemene kennis van de dove persoon, hier door zal de dove persoon beter presteren. Aan deze schakel van domeinen, kan nog een vijfde domein ‘werk’ gekoppeld worden. Het vijfde domein laat zien welke invloed de vier voorgaande domeinen uiteindelijk hebben op de werkpositie van de dove persoon. In dit vijfde domein zitten onder meer de factoren: dove of horende collega’s, gewenste en werkelijke communicatiemethoden op de werkvloer, het inzetten van de tolk (aantal uren en wanneer) en het soort en aantal ondersteunende diensten.

Testen van factoren bij dove gebarentaalgebruikers
Na het identificeren van de bovenstaande factoren en domeinen, zijn deze getest in twee online enquêtes: een enquête voor dove mensen die op dit moment in het middelbaar of hoger onderwijs zitten met een tolk en een enquête voor dove mensen die in het verleden onderwijs gevolgd hebben met een tolk. De enquête is zowel in gebarentaal als in geschreven tekst op het internet gepubliceerd. In het totaal hebben er 70 dove gebarentaalgebruikers gereageerd: 33 die nu onderwijs volgen en 37 die hun onderwijs al voltooid hebben. De meeste van deze 70 personen (ca. 85%) zijn doof geboren of voor hun derde levensjaar doof geworden. Minder dan 25% van beide groepen zijn CI drager.

Uit de enquête blijkt dat de dove personen die in het verleden onderwijs gevolgd hebben met een tolk over het algemeen wat gelukkiger zijn dan de huidige groep die onderwijs volgt. Bij de voormalige groep zien we dat er geen verschil in het acceptatiegevoel was door de horende of dove familie. In het totaal voelt zich 68 procent volledig geaccepteerd door hun familie. Bij deze groep is de betrokkenheid van de ouders groter en zo ook de betrokkenheid van de school bij de dove student of leerling. In het verleden hield de school wel minder rekening met de tolk en de dove persoon had minder vrienden op school. Deze groep is meer tevreden over de tolkvaardigheden van de tolk dan over de beroepshouding.

Als je dit vergelijkt met de huidige groep die onderwijs volgt via een tolk, dan zie je een tegenovergesteld beeld. De huidige groep is iets minder gelukkig in het onderwijs met een tolk. Alle personen (100 procent) die dove familieleden hebben voelen zich wel volledig geaccepteerd. Van de personen die horende familieleden hebben voelt 68 procent zich volledig geaccepteerd. De ouders zijn minder betrokken bij school en de school is minder betrokken bij de leerling. De school houdt wel meer rekening met de tolk en de dove persoon heeft meer vrienden op school. Deze groep is meer tevreden over de beroepshouding dan over de tolkvaardigheden van de tolk. nr 2 2012 kwaliteit leven

Conclusie
De uitkomsten van de enquête tonen aan dat de gevonden factoren uit het internationale literatuuronderzoek ook essentieel zijn bij dove gebarentaalgebruikers in het onderwijs met een tolk in Nederland. De mate van geluk wordt in eerste instantie bepaald door de ouderbetrokkenheid, het acceptatiegevoel van de dove persoon door de familie en of de familie de gewenste communicatiemethoden van de dove persoon gebruikt. Deze factoren hebben een directe invloed op de ontwik- De volledige scriptie of een samenvatting (Engels) kun je downloaden van www.tolkngt.nl. Door: Maya de Wit een baan keling van de resterende domeinen ‘onderwijsinstelling’ en de ‘inzet van een tolk’. Uit de uitkomst van het onderzoek blijkt ook de relatie met het vijfde domein ‘werk’. Deze laat zien dat er een inherente relatie is tussen het niveau van de hoogst voltooide opleiding en het hebben van werk. Alle personen die de hoogste vorm van opleiding (universiteit) voltooid hebben met een tolk hebben allen een betaalde baan. Dit percentage neemt af naarmate de hoogste voltooide opleiding lager is. Dus van diegenen die als hoogst voltooide opleiding een Havo opleiding hebben, is de helft werkeloos. Dit onderzoek is een eerste aanzet voor het bepalen van een set van factoren die de kwaliteit van leven van een doof persoon met een tolk in inclusief onderwijs bepalen. Verder onderzoek is noodzakelijk om de set van factoren te verfijnen. De resultaten uit dit onderzoek kunnen gebruikt worden om beleidsmakers, onderwijsinstelling, ouders, tolken en andere betrokkenen inzicht te geven in de belangrijkste factoren. Deze inzichten kunnen bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van leven van dove mensen die onderwijs volgen via een tolk gebarentaal.

Door: Maya de Wit